CLOSE ✕
Contact

Email Adress: Stg81282@gmail.com

Gerard Leckie

Gerard Leckie (1943), psycholoog, universiteitsdocent

Gerard Leckie was decaan van de sociaal-economische faculteit van de Universiteit van Suriname. Hij was ook voorzitter van de Vereniging van Wetenschappelijk Personeel van de Universiteit van Suriname (VWPU). Hij studeerde psychologie en promoveerde aan de Universiteit van Nijmegen.

Gerard Leckie werd op 6 maart 1943 in Paramaribo geboren. Praten was zijn wapen. Hij kon mensen overreden en dan niet om zijn gelijk te halen, maar om hen te stimuleren door te zetten. "Je kon altijd met problemen naar hem toe", vertelt een zus. "Hij had altijd een oplossing. Hij wist je echt tot rust te brengen. Dat was ook zijn beroep: hij was psycholoog.".

Het waren gespannen dagen in 1981 en 1982 op de Universiteit van Suriname, als het wetenschappelijk personeel onder aanvoering van de VWPU, waarvan Gerard voorzitter is, naar een oplossing zoekt voor de losgebarsten machtsstrijd die de universiteit lamlegde. Het militaire regime wilde via handlangers binnen de universiteit onder het mom van ‘vernieuwing’de universiteit politiseren. Gerard wilde vasthouden aan de democratische en academische waarden, en de autonomie van de universiteit. Er komen heel veel vlugschriften van zijn hand. Gerard zei geen tegenstander van vernieuwing te zijn, maar hij verzette zich tegen het onderwerpen van de wetenschap aan de ideologie. Tijdens een persconferentie in 1982 keerde hij zich tegen het "uit en buitensluiten van het grootste gedeelte van het wetenschappelijk personeel, het geen rekening houden met grote groepen binnen de universiteit, het geen inspraak verlenen en overleg voeren met de officiële vertegenwoordiging van de geledingen van de universiteit’. De VWPU ging dwarsliggen in positieve zin toen bleek dat minister H. Rusland van Onderwijs en Wetenschappen disproportioneel grote invloed toekende aan wat Gerard noemde ‘een splintergroepering’. ‘Het is triest dat het lijkt alsof we te doen hebben met verschillende groeperingen’, zei Gerard. ‘De waarheid is echter dat het steeds dezelfde mensen zijn die zich binnen andere organisaties aanbieden. Het is een monster met verschillende gezichten’. Zo hekelde Gerard de bestuurlijke manipulatie die voorafging aan de gewelddadige machtsovername van de universiteit door het militaire regime.

Gerard was eigenlijk wars van politiek. Vóór de militaire coup hield hij zich daar ook niet mee bezig. Reizen en zijn familie waren zijn hobby's. Hij vond het belangrijk dat zijn kinderen wat van de wereld zagen.
Maar als voorvechter van brede inspraak en academische onafhankelijkheid werd hij onvermijdelijk tot tegenstander van het regime van politieke discriminatie, zeker in het explosieve jaar 1982. De militairen waren aan de macht met in de ene hand revolutionaire dogmatiek en in de andere hand de Uzi in de aanslag. Gerard was zich bewust van het dreigende gevaar, toch zei hij ‘zolang ze praten, blijf ik, anders ben ik er niet meer’. Omdat hij uitging van de principes van civilisatie bevroedde hij niet dat de machthebber zich zo te buiten zou gaan aan barbaars geweld. Gerard had eerder zelf de coupplegers het voordeel van de twijfel gegeven. Als familieleden wantrouwend over Bouterse spraken zei hij: "Je moet niet zo praten over die man, het komt goed, we moeten even geduld hebben.

’Wie de stukken van en over Gerard er op naslaat kan maar één conclusie trekken: hij was een democraat van het zuiverste soort, hij stelde het algemeen belang boven het individuele(groeps)belang. Niemand bewees de juistheid van zijn universitaire strijd beter dan zijn moordenaars. Nadat de universiteit lange tijd gesloten was geweest na de slachting van 8 december 1982, werd het weer geopend met een ‘openingscollege’ van Commandant Bouterse, de Leider van de Decembermoorden, die schaamteloos de universiteit tot ‘instrument’ van zijn ‘nationale bevrijding’(lees zijn regime) verklaarde.

Gerard was helder over de rol die de universiteit zou moeten hebben. ‘De universiteit is voor en door de samenleving. En haar taakstellingen zijn goed onderwijs verzorgen, voor Suriname relevant onderzoek verrichten en diensten bieden aan de samenleving."

Dat is een nog onafgemaakte nalatenschap van de Surinaamse samenleving.

Gerard Leckie wordt nationaal herdacht als een van de vijftien helden van de democratie.

Belangrijkste bron: Zolang ze praten, blijf ik. Een boek over de vijftien slachtoffers van 8 december 1982. Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV), 2001, Paramaribo, Suriname.

BEKIJK DE DOCUMENTEN

Waarschuwing: in deze rapporten staan schokkende beschrijvingen!

BEKIJK